Verschil in sturend en steunend leidinggevend gedrag
[wp_ad_camp_1]
Bij de rol als leidinggevende uitvoeren heeft de leidinggevende te maken met enkele vragen die hij als een dilemma kan ervaren. Bijvoorbeeld: “Is het wel goed om mijn medewerker zo strak te houden?” Of: “Stel ik me niet te soepel op jegens het team?” En: “Hoe word ik als leidinggevende ervaren en doe ik dit wel goed?” Hij vraagt zich kortom af of zijn stijl van leidinggeven past bij zijn medewerkers en of hij met zijn gedrag wel het juiste effect sorteert.
Er is een arsenaal aan typeringen van leiderschapsstijlen. Studie heeft uitgewezen dat leiderschapspatronen elke keer terug te brengen zijn naar twee categorieën: sturend en steunend gedrag. Leidinggevenden gebruiken in de praktijk combinaties van deze twee soorten gedrag. Daarom is het zinvol om stil te staan bij sturen en steunen.
Hieronder zetten we het begrippenkader tegenover elkaar.
Sturend leidinggevend gedrag Steunend leidinggevend gedrag
Taakgericht Relatiegericht
Werkgericht Mensgericht
Rationeel Emotioneel
Push-gedrag Pull-gedrag
Opdragen Samenwerken
Controle Overleg
Autoritair Democratisch
Als we de dimensies sturing en ondersteuning tegen elkaar afzetten, krijgen we een vierdeling, waarbij elk kwadrant een zogeheten basisstijl van leidinggeven vormt. De ontstane combinaties vertegenwoordigen vier leiderschapsstijlen.
Het volgende schema maakt dit duidelijk.
[wp_ad_camp_1]
Doel van dit model: het geeft de mate van variatie tussen sturen en steunen aan, die bepalend is voor de leiderschapsstijl die hierbij ontstaat.
De vier stijlen die hieruit naar voren komen, noemen we:
- Stijl 1 (S1): instrueren.
- Stijl 2 (S2): begeleiden.
- Stijl 3 (S3): stimuleren.
- Stijl 4 (S4): delegeren.
[wp_ad_camp_1]